bij het maken van deze opdrachten hebben we begrippen gehad:

statistiek- het verzamelen van gegevens op een wetenschappelike manier.

beelddiagram- diagram waarin cijfers worden aangegeven met tekentjes

cirkeldiagram: het weergeven van dingen in een cirkel. voor elk ding bijv. tennis als je onderzoekt hoeveel procent op tennis zit, word blauw aangegeven.

staafdiagram- een diagram waarin het aantal word weergegeven in staven.

lijndiagram- diagram waarin dingen worden aangegeven met lijnen.

steelbladdiagram- geeft twee groepen weer. bijv. hoeveel mensen in een gebied wonen. er staat dan aagegeven hoeveel mannen en hoeveel vrouwen.

freqentietabel- geeft weer hoe vaak iets is gehaald bijv. bij een toets. en hij geeft aan hoevaak dat punt is gehaald.

klassentabel- bijna hetzelfde als freqentietabel. alleen wordt het daar per groep aangegeven.

gemiddelde- het gemiddelde reken je uit door het hoogste en laagste getal bij elkaar op te tellen gedeeld door 2

modus- het getal wat het vaakst word aangegeven in een freqentietabel      

mediaan- manier waarop de verdeling van percentages eerlijk is verdeeld